Als je naar mijn leven zou kijken vanaf de buitenkant, zou je denken dat alles perfect was. Ik had een baan als financieel directeur, had een bloeiend sociaal netwerk, was gelukkig getrouwd en woonde in een mooi huis. Alles leek perfect. Toch, achter die façade van succes en stabiliteit, begon iets te knagen. Iets dat ik zelf niet kon plaatsen of erkennen. Ik ontwikkelde een eetstoornis – iets waarvan ik altijd dacht dat het alleen jonge meiden overkwam.
Ik was op middelbare leeftijd, had mijn leven zogenaamd onder controle, en dat maakte het moeilijker om te accepteren wat er gaande was. Het voelde alsof het niet “hoorde” bij iemand van mijn leeftijd. Eetstoornissen, zo dacht ik, waren iets voor tienermeisjes tussen de 12 en 18 jaar die worstelen met hun zelfbeeld. Ik, iemand die midden in het leven stond en altijd het gevoel had dat ik de touwtjes in handen had, zou niet in dat plaatje passen. Dat maakte de situatie nog ingewikkelder. Hoe kon ik aan mezelf toegeven dat ik iets had dat niet bij mijn levensfase hoorde?
Het begon sluipend, zonder dat ik het doorhad. Een maaltijd overslaan, extremer bewegen. Eerst was het makkelijk te rationaliseren: ik had het druk, ik had geen tijd om goed te eten, het werk vroeg veel van me. Maar het ging verder dan dat. Wat begon als iets schijnbaar onschuldigs, veranderde langzaam in een obsessie met controle over wat ik wel of niet at. Het was een manier om grip te krijgen op iets, terwijl de rest van mijn leven leek vast te zitten in een draaikolk van verwachtingen en druk.
Ergens wist ik wel dat er iets mis was, maar de schaamte om het toe te geven was enorm. Ik had zoveel bereikt, ik had een naam hoog te houden, en ik kon toch niet zomaar toegeven dat ik worstelde met iets dat – zo dacht ik – “niet hoort” bij iemand van mijn leeftijd? Elke keer dat ik overwoog om hulp te zoeken, stopte die gedachte me weer: dit is toch niet voor mij. Maar de realiteit liet zich niet langer negeren.
Langzaam, maar zeker, begon het mijn leven te beïnvloeden. Ik werd steeds vermoeider, emotioneel uitgeput en merkte dat ik me steeds meer terugtrok uit mijn sociale kring. Zelfs mijn huwelijk begon eronder te lijden. Uiteindelijk kon ik het niet langer ontkennen. Ik was uitgeput, fysiek en mentaal, en ik besefte dat het niet langer zo door kon gaan. Ik moest hulp zoeken, ongeacht mijn leeftijd of mijn trots.
De eerste stap zetten was misschien wel de moeilijkste. Ik voelde me zo klein en kwetsbaar toen ik voor het eerst in therapie ging. Maar het was ook de eerste stap naar herstel. Het duurde een tijdje voordat ik echt kon accepteren dat ik een eetstoornis had, maar die erkenning was cruciaal. Langzaam begon ik in te zien dat eetstoornissen geen leeftijd kennen. Ze kunnen op elk moment in je leven opduiken, ongeacht hoe stabiel of succesvol je lijkt te zijn.
Mijn reis door een eetstoornis en herstel heeft me geleerd dat het leven niet altijd verloopt zoals je verwacht. Maar dat betekent niet dat je het niet kunt omarmen en sterker terug kunt komen. Leeftijd is slechts een getal; mentale gezondheid kent geen leeftijdsgrens. En boven alles, het is nooit te laat om hulp te zoeken.
Laat een reactie achter