Na mijn tijd in de kliniek dacht ik dat het ergste achter de rug was. Ik had het idee dat ik de zwaarste stormen had doorstaan en dat ik nu in rustiger water zou belanden. Maar helaas bleek het herstel buiten de veilige muren van de kliniek net zo moeilijk, zo niet moeilijker. De poliklinische therapie ging door, en in het begin leek dat me te helpen om stapje voor stapje vooruit te blijven gaan. Maar toen kwamen de tegenslagen.
De eerste klap kwam toen mijn vaste GZ-psycholoog, iemand die voor mij een grote steunpilaar was, van baan veranderde. Dit was iemand bij wie ik voor het eerst in mijn leven eerlijk durfde te zijn, iemand met wie ik mijn diepste pijn en angsten had gedeeld. Die vertrouwensband was voor mij essentieel in mijn herstelproces. Wat deze situatie nog moeilijker maakte, was mijn verlatingsangst, waar ik al sinds lange tijd mee worstel. Toen mijn psycholoog wegging, kwamen die gevoelens van in de steek gelaten worden weer naar boven. Het riep oude angsten en gevoelens van onzekerheid op. Het verlies van iemand die ik vertrouwde, voelde alsof de grond onder mijn voeten werd weggetrokken. Ik wist niet hoe ik verder moest zonder haar steun. Deze therapeut had me houvast gegeven in de chaos van mijn herstel, en ineens was die houvast verdwenen.
Kort daarna volgde de tweede tegenslag: mijn psychiater ging met zwangerschapsverlof. Ook zij was een belangrijk persoon in mijn herstel, vooral met betrekking tot mijn medicatie en mijn depressie. Opnieuw werd ik geconfronteerd met de angst om verlaten te worden, en die angst overrompelde me. Net toen ik probeerde te wennen aan het afscheid moeten nemen van mijn psycholoog, verloor ik nog een belangrijk steunpunt. Ik begon steeds meer te twijfelen aan mijn eigen kracht om door te zetten. Hoe kon ik ooit beter worden als de mensen die me hielpen, steeds wegvielen?
Ik werd overspoeld door angst voor een terugval en raakte steeds dieper in mijn depressie. De negatieve gedachten over mijn waarde en herstel namen de overhand. Ik was bang dat ik terug zou vallen in oude patronen, bang dat ik mijn eetstoornis nooit zou overwinnen. De constante angst voor verlating, gecombineerd met de eetstoornis en depressie, drukte zwaar op me. In een moment van complete wanhoop voelde ik geen uitweg meer. Ik zag geen toekomst zonder de mensen die me tot dan toe hadden gesteund, en uiteindelijk heb ik in mijn wanhoop een poging gedaan om uit het leven te stappen.
Dat was een van de donkerste momenten van mijn leven. Het voelde alsof ik faalde, alsof ik nooit beter zou worden. De eetstoornis, de depressie, het werd me te veel. Maar ergens, diep van binnen, was er een klein sprankje hoop. Ik weet niet precies hoe, maar dat sprankje heeft me uiteindelijk door de donkerste dagen heen geholpen. Misschien was het de steun van de mensen om me heen, want die steun was er onvoorwaardelijk!
Herstellen van een eetstoornis, ongeacht je leeftijd, is moeilijk en pijnlijk. Het vraagt enorm veel moed om je angsten, inclusief verlatingsangst, onder ogen te zien en jezelf de kans te geven om te genezen. Maar het is mogelijk. Het is een lange weg, en soms lijkt het alsof je geen vooruitgang boekt. Maar elke stap, hoe klein ook, is een stap richting herstel. En het belangrijkste: je hoeft het niet alleen te doen. Lotgenoten, therapeuten, en de mensen die van je houden kunnen je helpen de weg naar herstel te vinden, zelfs in de donkerste momenten.
Laat een reactie achter